Luceplan Otto Watt Tavolo – Een niet alledagse tafellamp
De van de designers Alberto Meda en Paolo Rizzatto voor de Italiaanse lampenproducent Luceplan creëerde Otto Watt tafellamp doet haar naam eer aan: zoals het Italiaans...
LED
Luceplan Otto Watt Tavolo: Koop nu. ✓Levering binnen 24uur indien voorradig ✓100 dagen retourbeleid ✓Gratis retourzending
geleverd tegen
vrijdag, 13.12.2024
Uw bestelling wordt voor Kerstmis geleverd
Van alle bestellingen in oktober 2024, die tijdens de werkdagen voor 12:00 uur ontvangen zijn, werden 99% van alle af magazijn leverbare bestellingen binnen twee werkdagen (Ma-Vr) aan onze klanten in Nederland geleverd. 100% van de af magazijn leverbare bestellingen werden op dezelfde dag verzonden. Uitgezonderd daarvan zijn expeditiegoederen en bepaalde regio's die niet dagelijks worden geleverd door de leverancier van de verzendservice.
H.max.105 x B.hoofd 12,9 x H.hoofd 2 x D.hoofd 10,5 x B.voet 18,5 x D.voet 18,5 x L.arm 42,2 x H.tot bovenarm 47 cm
Gewicht
3.54 KG
Kabellengte
200 cm
Licht & functieLichtrichting
licht naar beneden
Instelbaarheid
flexibel verstelbaar
Dimbaarheid
geen accessoires nodig
Fitting
LED-module
Wattage
8 watt
Lichtstroom
371 lumens
Lichtkleur
3.000 kelvin - warmwit
Kleurweergave
Ra = 80 (best mogelijke kleurweergave Ra = 100)
Functies
traploos dimbaar
Geïntegreerde bediening
Touch-dimmer
Locatie van het bedieningselement
op de kop van de verlichting
VeiligheidVeiligheidsklasse
IP20
Beschermd tegen vaste vreemde voorwerpen met diameter vanaf 12,5 mm, geen waterbescherming
Beschermingsklasse
Beveiligingsklasse II
Identificatie
CE-markering
Otto Watt Tavolo aluminium gepolijst
Luceplan Otto Watt Tavolo – Een niet alledagse tafellamp
De van de designers Alberto Meda en Paolo Rizzatto voor de Italiaanse lampenproducent Luceplan creëerde Otto Watt tafellamp doet haar naam eer aan: zoals het Italiaans woord 'otto' (=acht) het al zegt, verbruikt deze esthetische tafellamp maar acht Watt.
De Luceplan Otto Watt bestaat uit edel aluminium en is verkrijgbaar in de kleuren zwart of aluminium gepolijst of wit. De hoofdkenmerken zijn de om 360° draaibare lampkop, de met blindering-filter uitgeruste reflector en de dimbare LED-lichtbron. Deze tafellamp is uitermate energiezuinig.
Dankzij de nieuwste LED-technologie kan de lichtkleur middels rotatie van de diffusor traploos worden ingesteld van koud, opwekkend licht naar warm en ontspannend licht. Net een zwaan stijgt de Lucepan Otto Watt boven de bureautafel op en zorgt zo voor een relaxte werksfeer.
De LED-lamp voor Luceplan Otto Watt Tavolo aluminium gepolijst
Ik heb de FLOS KELVIN (wit) en de LUCEPLAN OTTO WATT (chroom), beiden als 'Tavola'. het design van de Otto Watt bevalt mij buitengewoon goed, in elk geval beter dan het design van de Kelvin - werkelijk een prachtig vormgegeven arm en een ongewone lampenkap, geen duidelijke, rechthoekige kanten. De Kelvin daarentegen is koel, recht en absoluut hoekig. De afwerkingskwaliteit van de Kelvin is niet zo goed als die van de Otto Watt, bijv. Garate. Als men bijv. bij de Otto Watt tussen de lamellen van de lampenkop doorkijkt, moet ik zeggen dat daar de kwaliteit zeer te wensen overlaat, omdat het verchroomde oppervlak niet zo is afgewerkt dat deze naadloos verchroomd kan worden. Bij mijn model zijn er duidelijke naden te zien. Dat ziet men echter niet van buiten. Daarvoor moet men de vleugelschroef van de lampenkap van de Otto Watt behoorlijk goed vastdraaien, zodat de lampenkap zo gericht blijft als ik het graag wil hebben. Waarom lampen van dit type? Om te verlichten natuurlijk. Maar nu iets over de technische gegevens: Het licht van de Otto Watt kan ondanks de filterinstellingsmogelijkheid niet zo gedraaid worden dat het overeenkomt met de Kelvin. De Otto Watt kan in de extreme instellingen een duidelijk koeler, ijziger licht afgeven en ook zeer opvallen geel/oranje-achtig licht als dat van de Kelvin is mogelijk. Ik vind de lichtkleur van de Kelvin erg aangenaam. Deze behoort mogelijk in de bovenste drie kleurenspectrums dat de Otto Watt kan bereiken. Als ik het filter van de Otto Watt zo instel dat het koudst mogelijke kleurenspectrum wordt weergegeven, dan heb ik de indruk dat de lamp doet wat hij moet doen - verlichten. Voor mij blijft deze lamp daarbij helaas achter bij de Kelvin. Er ontbreekt in principe één Watt, dat de Kelvin meer heeft. De doorsnede van de uitgangsopening van het licht is wezenlijk kleiner dan bij de Kelvin, de lichtdioden liggen veel verder naar binnen, meer verstopt, de lichtverdeling of de lichtradius is daardoor technisch duidelijk minder - het licht komt gewoonweg niet zo ver als bij de Kelvin. De Kelvin kan niet niveauloos gedimd worden zoals de Otto Watt, in elk geval niet manueel geregeld (in de Green-modus is dat bij mij nog niet gelukt), maar ik moet zeggen, dat het ontbreken van deze functionaliteit de Otto Watt niet minder maakt, ook al kan ik deze gedimd niet als bureaulamp of op de piano als verlichting voor de bladmuziek en de toetsen gebruiken. Daar is de lamp vrijwel onbruikbaar! Ook wat betreft de dimmer, zou ik willen dat de Otto Watt in maximale sterkte wat meer verlichtingskracht zou hebben. Maar dat zit er niet in. Manueel kan de Kelvin in drie niveaus gedimd worden, het tweede felste niveau ligt niet zeer veel onder de maximale sterkte van de Otto Watt, bij zijn koudste kleurweergave en ongedimd. Nu heb ik tussen beide lampen zoveel heen en weer geschakeld, dat ik alleen kan hopen, dat de LED het nog tientallen jaren volhoudt. Omdat men bij de beiden modellen de lamp zelf niet kan vervangen. De Otto Watt kan met volledig uitschakelen, de Kelvin heeft, zolang de netstekker aangesloten blijft, werkelijk altijd nog een brandende LED op de bovenzijde van de lamp in oranjerood (handmatige modus) of groen (Green modus). Dat vind ik voor een "groene lamp" behoorlijk vreemd en men moet weten of men dat wil of niet. Of altijd onder het bureau kruipen om de netstekker eruit te trekken. Als men ergens een goed licht nodig heeft, een lamp die goed verlicht en alles fel verlicht, ook op verdere afstand, en ik vind het erg prettig en nuttig om bij voldoende licht te werken, dan moet men voor de Kelvin kiezen. Dat is jammer, omdat de Otto Watt het mooiste design heeft. Ik zou willen dat het design van de Otto Watt gecombineerd kon worden met de lichtsterkte van de Kelvin. Dan kon een dergelijke Otto Watt de dimmer behouden, die dan ook nuttig is; als bureaulamp kan het kleurenfilter dan gewoon weggelaten worden. Daarom krijgt de Otto Watt vier sterren, omdat deze er zo gaaf uitziet. Ik vraag mij af, waarom men zo vaak een half afgewerkt product treft, ook op het hoogwaardige gebied van twee bekende lampfabrikanten. Wie produceert het beste van twee werelden - de technische wereld en de designwereld? Ik geloof dat ik voor de Kelvin in chroom moet gaan en de Otto watt moet laten gaan. Maar dat is niet eenvoudig :-)Ik heb de FLOS KELVIN (wit) en de LUCEPLAN OTTO WATT (chroom), beiden als 'Tavola'. het design van de Otto Watt bevalt mij buitengewoon goed, in elk geval beter dan het design van de Kelvin - werkelijk een prachtig vormgegeven arm en een ongewone lampenkap, geen duidelijke, rechthoekige kanten. De Kelvin daarentegen is koel, recht en absoluut hoekig. De afwerkingskwaliteit van de Kelvin is niet zo goed als die van de Otto Watt, bijv. Garate. Als men bijv. bij de Otto Watt tussen de lamellen van de lampenkop doorkijkt, moet ik zeggen dat daar de kwaliteit zeer te wensen overlaat, omdat het verchroomde oppervlak niet zo is afgewerkt dat deze naadloos verchroomd kan worden. Bij mijn model zijn er duidelijke naden te zien. Dat ziet men echter niet van buiten. Daarvoor moet men de vleugelschroef van de lampenkap van de Otto Watt behoorlijk goed vastdraaien, zodat de lampenkap zo gericht blijft als ik het graag wil hebben. Waarom lampen van dit type? Om te verlichten natuurlijk. Maar nu iets over de technische gegevens: Het licht van de Otto Watt kan ondanks de filterinstellingsmogelijkheid niet zo gedraaid worden dat het overeenkomt met de Kelvin. De Otto Watt kan in de extreme instellingen een duidelijk koeler, ijziger licht afgeven en ook zeer opvallen geel/oranje-achtig licht als dat van de Kelvin is mogelijk. Ik vind de lichtkleur van de Kelvin erg aangenaam. Deze behoort mogelijk in de bovenste drie kleurenspectrums dat de Otto Watt kan bereiken. Als ik het filter van de Otto Watt zo instel dat het koudst mogelijke kleurenspectrum wordt weergegeven, dan heb ik de indruk dat de lamp doet wat hij moet doen - verlichten. Voor mij blijft deze lamp daarbij helaas achter bij de Kelvin. Er ontbreekt in principe één Watt, dat de Kelvin meer heeft. De doorsnede van de uitgangsopening van het licht is wezenlijk kleiner dan bij de Kelvin, de lichtdioden liggen veel verder naar binnen, meer verstopt, de lichtverdeling of de lichtradius is daardoor technisch duidelijk minder - het licht komt gewoonweg niet zo ver als bij de Kelvin. De Kelvin kan niet niveauloos gedimd worden zoals de Otto Watt, in elk geval niet manueel geregeld (in de Green-modus is dat bij mij nog niet gelukt), maar ik moet zeggen, dat het ontbreken van deze functionaliteit de Otto Watt niet minder maakt, ook al kan ik deze gedimd niet als bureaulamp of op de piano als verlichting voor de bladmuziek en de toetsen gebruiken. Daar is de lamp vrijwel onbruikbaar! Ook wat betreft de dimmer, zou ik willen dat de Otto Watt in maximale sterkte wat meer verlichtingskracht zou hebben. Maar dat zit er niet in. Manueel kan de Kelvin in drie niveaus gedimd worden, het tweede felste niveau ligt niet zeer veel onder de maximale sterkte van de Otto Watt, bij zijn koudste kleurweergave en ongedimd. Nu heb ik tussen beide lampen zoveel heen en weer geschakeld, dat ik alleen kan hopen, dat de LED het nog tientallen jaren volhoudt. Omdat men bij de beiden modellen de lamp zelf niet kan vervangen. De Otto Watt kan met volledig uitschakelen, de Kelvin heeft, zolang de netstekker aangesloten blijft, werkelijk altijd nog een brandende LED op de bovenzijde van de lamp in oranjerood (handmatige modus) of groen (Green modus). Dat vind ik voor een "groene lamp" behoorlijk vreemd en men moet weten of men dat wil of niet. Of altijd onder het bureau kruipen om de netstekker eruit te trekken. Als men ergens een goed licht nodig heeft, een lamp die goed verlicht en alles fel verlicht, ook op verdere afstand, en ik vind het erg prettig en nuttig om bij voldoende licht te werken, dan moet men voor de Kelvin kiezen. Dat is jammer, omdat de Otto Watt het mooiste design heeft. Ik zou willen dat het design van de Otto Watt gecombineerd kon worden met de lichtsterkte van de Kelvin. Dan kon een dergelijke Otto Watt de dimmer behouden, die dan ook nuttig is; als bureaulamp kan het kleurenfilter dan gewoon weggelaten worden. Daarom krijgt de Otto Watt vier sterren, omdat deze er zo gaaf uitziet. Ik vraag mij af, waarom men zo vaak een half afgewerkt product treft, ook op het hoogwaardige gebied van twee bekende lampfabrikanten. Wie produceert het beste van twee werelden - de technische wereld en de designwereld? Ik geloof dat ik voor de Kelvin in chroom moet gaan en de Otto watt moet laten gaan. Maar dat is niet eenvoudig :-)
Was dit review nuttig?
We gebruiken cookies
Wij maken gebruik van cookies en onder andere Google Analytics op onze website. Sommige zijn essentieel, terwijl andere ons helpen om deze website en uw ervaring te verbeteren.